Nonchalant pakt Harm wat spullen uit de bak: “Hiermee kunnen kinderen bijvoorbeeld lichtjes maken en die aan en uit laten doen. Ze programmeren de chipjes (microbits) door ze met een USB-kabeltje op de computer aan te sluiten.” Met een paar handbewegingen laat Harm zien hoe je het lichtje kunt laten doen wat jij wilt. “De eerste keer dat kinderen ermee aan de slag gaan en het lichtje inderdaad gaat branden, zijn ze stomverbaasd. Opeens is programmeren geen
abstractie meer, maar iets waarmee je dingen kunt laten gebeuren. Ze komen erachter dat je met een weerstandje, en Bianca Lamot (De Willibrord). dit kleine ijzeren dingetje in mijn hand, ervoor kunt zorgen dat de stroom een beetje getemperd wordt, zodat het lampje niet ontploft.”
Op De Willibrord is het nu wachten op een leerling die robot Dash zo programmeert dat hij (zij?) kan dansen, het liefst met zijn broers of zusjes.
Bianca: “We hebben vier robots en omdat ze allemaal Dash heten, heb ik ze maar genummerd.” Vanzelfsprekend zijn de Dash-robots zeer geliefd. “Kinderen leren bijvoorbeeld hoe ze Dash veilig kunnen laten autorijden. Dit doen we met behulp van de tablet. En ja, we doen dit op de grond, want Dash kan ver rijden en je wilt niet dat ‘ie van de schoolbank afrijdt.”
Naast de ICTcoördinatoren ligt een boekje. Het heet ‘Lekker samen klooien’. Dat is precies wat hier gebeurt, maar ook: samenwerken, plezier maken en
creatief denken. Zijn er meer leerkrachten die lessen met microbits of robots geven? Harm: “Nog niet zoveel eigenlijk. Leerkrachten vinden het vaak een beetje eng. Ik zeg altijd: neem eerst een klein stapje en dan de volgende.” Moet je hiervoor technisch ingesteld zijn? Een licht schouderophalen is het antwoord: “Je kunt het net zo technisch maken als je wilt. Kijk, ik heb hier alles uitgeschreven, je hoeft het alleen maar na te doen en dan kun je zelf aan de slag gaan.”